Neen, het is geen vorm van smetvrees. Mijn allergie is louter visueel, maar als ik een huis zie met een overdaad aan deurbellen, krijg ik het even moeilijk. Zeker als het huis in kwestie enige architecturale waarde lijkt te hebben, neemt mijn angst toe dat het verdelen ervan in een massa woongelegenheden niet bevorderlijk is geweest voor het behoud van de erfgoedwaarde.

Of het nu huisjesmelkers, kleine investeerders, verhuurders van studentenkamers of goede huisvaders zijn, allemaal zijn ze in hetzelfde bedje ziek. Een pand dat een ziel heeft, wordt gevieren-, gezessen- of nog meer gedeeld omdat dat nu eenmaal meer oplevert. Het huis waarin de kleine burger is opgegroeid, wordt in stukjes getrokken om er nog kleinere luiden in onder te brengen en de eigenaar de genoegens van een plekje in het groen te bezorgen.
Hoort u hier nu echo’s van sociale revolte? Ja, maar van een andere soort dan de amper gesublimeerde jaloezie die u elke dag kan horen. Want er is een alternatief.
Vele eeuwen lang werden de statige panden in onze steden bewoond door edelen en patriciërs – maar niet alleen door deze lieden. Vaak bewoonde de familie de etages, terwijl gelijkvloers een ambachtsman of handelaar zijn beroep uitoefende. Onder het dak leefden niet enkel de dienaren van het huis, maar vaak ook armere gezinnen die enige tijd een vrije kamer bewoonden. Ook toen zal de zucht naar winst gespeeld hebben, maar er was een fundamenteel verschil.
Want de ambachtsman, de edelman en de bedelman woonden letterlijk onder het zelfde dak. Het huis in brand steken, was een domme vorm van revolte, want die raakte de drie groepen samen. Op de trappen of voor het huis ontmoetten mensen met andere achtergronden en mogelijkheden elkaar, als huisgenoten. Sociale stratificatie? Zeker. Sociale scheiding? Alles behalve.
Hier en daar vind je nog een uit de kluiten gewassen dorp of stadje waar herenhuizen en arbeidershuizen door elkaar zijn gebouwd, zelfs na de industriële revolutie. Het lijkt wel een vorm van voortzetting van die oude stedelijke gewoonten.
Vandaag heeft elke stad leuke wijken en achterstandswijken. De scheiding tussen de sociale groepen is niet enkel economisch en geografisch, maar vooral ook cultureel. Als rijken en armen nog kerken, doen ze dat op andere plekken.
Het is wachten op jonge erfgenamen die in de volle betekenis van het woord erfgenaam willen zijn en het huis van hun familie een nieuwe adem willen geven, eerder dan het te laten renderen. En als dat niet lukt, laat ze een huis in de buurt zoeken. Het zal meer betaalbaar zijn dan een huis aan de rand van het park. En met wat geluk zien we volgend jaar een nieuwe huisdeur, met slechts één deurbel.