De Heer heeft het ons al voorgehouden: er is in de hemel meer vreugde over een enkele zondaar die zich bekeert dan over 99 rechtvaardigen. Soms is het net zo in de natuurlijke orde, wanneer de ontdekking van een edele daad van een rabauw je aangenaam verrast. Daartoe volstaat het op een warme zomermiddag de kathedraal van Onze-Lieve-Vrouw van Nazareth in Orange binnen te stappen.

Grafmonument voor Mgr du Tillet in de kathedraal van Orange

Wacht eens even: een kathedraal in Orange? Daar is toch geen bisschop? Toch wel, zij het een titulair bisschop, sinds 2013 aartsbisschop Julio Murat, de in Turkije geboren apostolische nuntius in  Kameroen en Equatoriaal Guinea. En waar een titulaire bisschop is, was ooit een ordinaris. In Orange was dat niet anders, tot de Revolutie kwam.

De laatste ordinaris van Orange was monseigneur Guillaume-Louis du Tillet, een milde en toegewijde priester, die helaas niet zo alert was voor de gevaren van zijn tijd en het onweer niet zag aankomen, tot het in volle kracht op hem neerdaalde. In zekere zin kan hij beschouwd worden als het geestelijke evenbeeld van Lodewijk XVI, wiens eerste keuze voor het bisschopsambt hij trouwens was.

Net als zijn vorst, aarzelde du Tillet na de opheffing van zijn bisdom op 15 januari 1790 om uit te wijken. Hij vertrok richting Zwitserland, maar bleef hangen in zijn geboortestreek, waar hij later werd aangehouden door de sansculotten. Hij bracht enige tijd in de gevangenis door, maar ontsnapte aan de guillotine.

Op 23 januari 1793, twee dagen na de moord op Lodewijk XVI, droeg hij een requiemmis op voor de vorst. Over zijn gevoelens van loyaliteit bestond geen twijfel.

Mgr du Tillet overleed op 22 december 1794, gebroken door het verblijf in de gevangenis. In 1815 ijverden de gelovigen van zijn bisdom voor het herstel van de zetel van Orange. Dat was ook de bedoeling van de Heilige Stoel en het Franse hof, maar niet van het parlement. Dat zette de hielen in het zand en belette de goedkeuring van het concordaat van 1817, dat het faliekante precedent van 1801 moest uitwissen. Er was zelfs al een opvolger bepaald voor Mgr du Tillet, namelijk Paul d’Astros, de rechterhand van de stormachtige en omstreden Parijse aartsbisschop kardinaal Maury. Mgr d’Astros zou uiteindelijk nooit zetelen in Orange, maar werd aartsbisschop in Toulouse, waar hij een wijs beleid voerde.

Ongetwijfeld zou Mgr du Tillet het herstel van zijn geliefde bisdom de mooiste postume eer gevonden hebben die hem te beurt kon vallen. Het mocht niet zijn. Toch werd hem niet elke eer ontzegd. In zijn voormalige kathedraal staat een klein maar fijn monument te zijner nagedachtenis, van de hand van de Italiaanse beeldhouwer Orsini. Het werd opgericht in 1808, op vraag en op kosten van de hulpprefect van Orange.

Een dienaar van Napoleon die een dienaar Gods laat eren? En welke dienaar dan nog! De hulpprefect in kwestie was de geboren Mechelaar Goswin de Stassart, groot vrijmetselaar voor de Grote Bouwmeester, en fout zodra hij daartoe de kans kreeg. En toch. Laat er dus vreugde zijn over het verloren schaap dat terugkeerde, weliswaar niet voorgoed maar toch voor even.     

Goswin de Stassart in prefectenuniform

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s