Bij een eerdere gelegenheid wezen we al op het mystieke gravinnentitel die de Moeder Gods in Holland draagt. Haar aanwezigheid in al de Nederlanden is echter veel omvattender. Dat is natuurlijk zo in het Zuiden, maar in het Noorden is dat niet anders. Of het nu in Delft, Bolsward, Kapellebrug, IJsselstein, Emmer-Compascuum, Frieswijk, Renkum, Empel of Schilberg is – op Flevoland na heeft elke Nederlandse provincie wel een bedevaartsoord naar de Heilige Maagd. En ook de kleinste provincie van het land zal ooit nog wel de rei van gouwen vervoegen in de verering van Maria.
Vraag ons niet naar een voorkeur. Empel heeft een bijzondere geschiedenis, maar als het erop aankomt is de eerste plek die we weer willen bezoeken Warfhuizen. Dat is zeker niet het oudste bedevaartsoord, maar Warfhuizen staat wel met twee voeten in de geestelijke tegengeschiedenis van de Republiek – de historiografie die de sporen van de contrareformatie verkiest boven die van hervorming en verburgerlijking.
Dat geldt zeker nu in Warfhuizen ook de traditie van het kluizenaarschap nieuw leven werd ingeblazen. Toen Broeder Ludgerus in 1930 de kluis op de Schaesberg bij Valkenburg had moeten verlaten, en zo een einde was gekomen aan de traditie die de graven Hoen hadden ingezet en die zo bijzonder werd voortgedragen door oud-zouaaf Hendrik Weerts, leek de Nederlandse kluizenaarstraditie beëindigd te zijn. Wat een dwaasheid echter te denken dat tradities eindigen als ze onderbroken worden – alleen worden ze dan voortgedragen op een wijze die minder zichtbaar is.
Net als bij de Schaesberg kluis en kasteel ten nauwste verbonden waren, zou ook de kluis van Warfhuizen niet denkbaar zijn geweest zonder een adellijk huis. Gedurende generaties bewaarde de familie Van Ewsum daar immers op de Lulemaborg de trouw aan de Moederkerk. Ze steunde de uiteengejaagde gelovigen met raad en daad en bouwde schuilkerken waar nodig.
Toen na de Franse tijd vele borgen werden afgebroken, deelde ook de Lulemaborg in dat lot. Werd de traditie dan ook verbroken? Opnieuw: neen, ze werd slechts onderbroken. Kan het toeval zijn dat net in Warfhuizen de lokale waterstaatskerk, die verlaten was door de hervormden, in 2001 door katholieken werd weergekocht en teruggeschonken aan de eredienst?
Warfhuizen toont ons de futiliteit van alle menselijke streven, maar nog meer van alle menselijke wanhoop. Natuurlijk zijn wij niet in staat geloof en orde te herstellen. Dat doen anderen voor ons – alleen mogen we die anderen niet in de steek laten. En dat geldt zeker voor de Bedroefde Moeder van Warfhuizen.