We beseffen het onvoldoende, maar er was een tijd toen de Lage Landen een toevlucht boden aan het wrakhout van het Oude Europa. Zo lang ligt die tijd niet eens achter ons: het is de tijd van onze groot- en overgrootouders. Het is de tijd die zelfs door wie de Oude Bedeling een lange nawerking toedicht tot de moderniteit wordt gerekend. Het is de tijd na de grote Europese suïcideoorlog die uitbrak in 1914. De Lage Landen waren toen wat Koblenz was ten tijde van de Franse Revolutie: een symbolische wachtplaats voor de terugkeer van betere tijden.

Vandaag is Huis Doorn een rariteitenmuseum, de plek waar keizer Wilhelm II hout hakte. Er is amper nog iemand te vinden die weet dat de keizer, voor hij het huis kocht, anderhalf jaar op kasteel Amerongen te gast was bij Godard, graaf van Altenburg Bentinck, die maar al te graag inging op een discrete vingerwijzing van de Gelderse commissaris van de Koningin, jonkheer Schelto van Citters, en dus indirect op een verzoek van de Majesteit zelf.

Bij de zegevierende mogendheden steeg een gehuil op dat wel te verwachten, maar niet stijlvol was. Er werd geredetwist over de hoogte van de boom waaraan de voormalige keizer moest worden opgeknoopt en over de straf die het hoogmoedige Nederland moest worden opgelegd. Hoe durfde dat kabouterlandje wel – niet alleen buiten de oorlog blijven, maar dan ook nog zijn asielrecht hoog houden in het voordeel van een afgezette vorst!

Als Duits keizer zouden we Wilhelm niet onmiddellijk omschrijven als een vertegenwoordiger van de “legitimitad proscrita” (zoals de carlistische orde van verdienste heet), hoogstens kon hij zich op die titel beroepen als koning van Pruisen.

Kasteel ter Ham, zoals het eruit zag in de dagen van Keizer Otto

Wie op dat vlak wel onberispelijk kon heten, was de jonge Keizer Otto. Amper tien jaar oud volgde hij zijn vader, de Zalige Keizer Karl op. Na een verblijf in het Baskische vissersdorp Lequeitio vestigde Keizerin-weduwe Zita zich op het kasteel ter Ham in Steenokkerzeel bij Brussel, waar in 1930 de formele meerderjarigverklaring van Otto plaatsvond. “Steenokkerzeel” was een begrip in het Europese legitimisme en menig bezoeker begaf zich naar het landbouwdorp om er te delen in de wijsheid van de vorst.

Naast deze beide vorsten verbleven er destijds nog vele andere steunpilaren van de legitimiteit in de oude Lage Landen. De meesten waren Rusland ontvlucht na de zegepraal van het satanische regime van Lenin. Symbool voor deze groep staat generaal Pjotr baron Wrangel, die zich in  1925 in Brussel vestigde en er in 1928 plots stierf, allicht vergiftigd door de doodseskaders van Moskou.

Monument voor generaal baron Wrangel in Sremski Karlovci (Servië)

We hebben in deze Kerstdagen vaak horen vertellen over de kribbe van Bethlehem, die symbool staat voor gastvrijheid voor de zwakken en vervolgden. Natuurlijk gaat Kerstmis over veel meer, vooral over de incarnatie van de Drie-Ene God. Dat neemt echter niet weg dat de menselijke boodschap van het Kerstfeest relevant blijft. Die boodschap werd in de Lage Landen ooit op een prachtige manier vorm gegeven.  Niet eens zo lang geleden.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s