Als het inderdaad zo is dat de mens, de gehele mens een traditiewezen is, staat het meteen vast dat niet enkel in Europa traditionele instituties zorg en ondersteuning verdienen. Als ze worden bespot, waar ook ter wereld, is dat vaak uit een misplaatst superioriteitsdenken, of dat nu modernistisch of neokoloniaal is. Vaak is het trouwens een beetje van beide en is het progressieve vernis een mooi excuus om Eurocentrische toogpraat te brallen. Niet met ons dus: wie de Negus als oplossing ziet voor spanningen in Ethiopië of wie steun uitspreekt voor de Klibur Oan Timor Asu’wain, de monarchisten op Oost-Timor, kan van ons minstens een luisterend oor krijgen en met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ook sympathie.

Dat geldt niet voor elke herstelbeweging – noch in Europa, noch daarbuiten. Een voorbeeld van hoe het mis kan lopen is de Bundu dia Kongo-beweging aan de monding van de Kongostroom. Een aantal van hun uitgangspunten klinken aantrekkelijk, zoals het herstel van het aloude koninkrijk van dezelfde naam. Als je dan echter merkt dat dezelfde club inspiratie zoekt bij andere Afrikaanse bewegingen en autobanden in brand steekt om vermeende tovenaars onschadelijk te maken, vraag je je af wat er aan de hand is.
Zo complex is het antwoord niet. In tegenstelling tot het koninkrijk Kongo, dat met Ethiopië het grootste christelijke rijk van prekoloniaal Afrika was, zijn de Bundu-aanhangers volgelingen van Simon Kimbangu, die protestants-evangelistische waanbeelden meende te moeten koppelen aan Afrikaanse tradities. Nsemi Muanda, de leider van Bundu dia Kongo, gaat nog een stapje verder en bepleit een volledige terugkeer naar de traditionele Afrikaanse religie – die hij dan wel in verband brengt met science fictionverhalen waarin de voorouders van de Kongolezen ooit een verre planeet bewoonden. Muanda is chemicus en moet dus enige wetenschappelijke saus over zijn opvattingen gieten, maar volgens ons verdient Afrika beter.
Muanda’s argument dat het christendom een Europees importproduct zou zijn, snijdt natuurlijk geen hout. In Europa is de boodschap van de Verlosser even wonderlijk als in Afrika en dat was niet anders in het Heilig Land. Waar politieke tradities bij voorkeur geworteld zijn in de landen die ze toepassen, is de Heilsboodschap universeel – wat wil zeggen dat ze overal even vreemd is.
Bundu dia Kongo heeft dus een punt als ze de neutraliteit van de staat onverenigbaar acht met het herstel van het traditionele koninkrijk, maar gaat de mist in als ze vergeet wanneer dat koninkrijk sterk en voorspoedig was: wanneer het namelijk de Gekruisigde erkende.
