Niet zo heel lang geleden werd in een Brussels veilinghuis een merkwaardig stuk papier geveild. Hoewel het zeer redelijk geprijsd was, miste ik het – soms doet de tamtam er tussen Brussel en Amsterdam langer over dan transatlantische berichten. U zal het dus met informatie uit tweede hand moeten doen.
Uit wat ik op het net vind, valt alvast af te leiden dat een aantal leden van de hoge adel van het graafschap Henegouwen in de lente van 1815 vrij lyrisch waren over de komst van een nieuwe koning in de persoon van Willem der Nederlanden. De dag van de kroning omschreven ze al bij voorbaat als de mooiste dag van hun leven, ook al maakten ze geen geheim van de gevoelens van trouw die ze jarenlang hadden gekoesterd ten aanzien van het Hoge Huis Habsburg.

Dat was bijzonder het geval voor de ondertekenaar van de verklaring, graaf Joseph de Saint Genois de Grandbreucq (1749-1816). Ten tijde van de Brabantse Omwenteling was hij een van de weinige ambtsdragers in zijn graafschap die niet betrokken was bij het verzet tegen Jozef II en diens beleid. Sterker nog, toen de woelingen toenamen, trok Saint Genois doodleuk op een genealogische onderzoeksreis die hem naar Praag en Wenen bracht. Na zijn terugkeer werd hij zelfs even opgesloten als jozefist, niet geheel onbegrijpelijk.
Net uit de mond van een voormalig jozefist verbazen de Latijnse formules die centraal staan op het document. Enerzijds is er, in kapitalen, het aan de Romeinenbrief ontleende “Omnis potestas a Deo”, dat te dezen een dubbele betekenis kan hebben. Voor de meer gezagsgetrouwe naturen betekende het allicht dat ook Willems macht afkomstig was van de Heer en men er zich dus bij diende neer te leggen, ook al had men ooit gedroomd van een herstel van de Habsburgers. Voor de meer recalcitrante geesten kon het klinken als een waarschuwing aan de vorst, die nog een macht boven zich moest dulden.
Die twijfel bestond duidelijk niet bij Saint Genois, die nog een tekst toevoegde aan het Apostelwoord.
Benedictus qui venit in nomine Domini regnare super corda fidelium Belgarum
Of vrij vertaald: gezegend Hij die komt in de naam des Heren om te heersen over de harten van zijn trouwe (Zuid-)Nederlanders.

Het geheel staat in een hartvormige cartouche, even aandoenlijk als duidelijk. Ook de verwijzing naar de liturgie hoeft geen toelichting: Willem wordt als een alter Christus, als een gezant van de Heer voorgesteld, tegen wiens wil elke tegenstand futiel en misplaatst is.
Graaf de Saint Genois zou even later worden aangesteld tot wapenkoning voor het zuidelijke deel van het Koninkrijk. Niet voor lang echter, want al in 1816 overleed hij. Dat hij een van de “fidelium Belgarum” was, staat boven elke twijfel verheven.