Als iemand een vlottere vertaling van de Luxemburgse wapenspreuk kent, of liever nog een vertaling die enige officiële erkenning geniet – hij weze welkom. Wij hebben het niet verder gebracht dan deze titel als equivalent voor het Mir wëlle bleiwe wat mir sinn. Dat de Luxemburgers een ingeboren zin voor loyaliteit en trouw hebben, staat echter buiten kijf. Ten goede en ten kwade.
Reeds onder Jozef II bleek de trouw aan de vorst voor Luxemburg sterker te wegen dan de verdediging van de aloude rechten. En is het toeval dat na 1830 vooral in Luxemburg baronnen, boeren en burgers naar de wapens grepen ter verdediging van Willem I? Het zou net iets te eenvoudig zijn om deze feiten alleen te verklaren door te verwijzen naar de aanwezigheid van stevige troepenmachten in de vesting Luxemburg. Die liet haar invloed immers niet voelen tot de grenzen van het Groothertogdom. Overigens was het minstens even afschrikwekkende Maastricht geen reden voor opmerkelijke antirevolutionaire woelingen in Limburg, misschien wel integendeel…
Ach, wat. Doet het militaire en het politieke er uiteindelijk wel toe? We overschatten het in alle geval.
Het culturele beeld is echter niet merkelijk anders. Ook religieus en artistiek is er in het Groothertogdom (in zijn historische grenzen, dus inclusief de huidige provincie Luxemburg in België) meer vasthoudendheid te vinden dan op vele andere plaatsen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de architectuur van de openbare gebouwen. Eerder toonden we al hoe de waterstaatstijl in de kerkenbouw in Luxemburg bleef voortleven. En tot ver in de Belgische periode werden in Luxemburg gerechtsgebouwen opgetrokken in een klassieke stijl die elders in het koninkrijkje was ingeruild voor een pompeuze neogotiek of neobyzantinisme, afhankelijk van de levensbeschouwelijke achtergrond van bouwheer en architect.
Genoeg gepraat, enkele voorbeelden.
