Niet iedereen was even laconiek als Jacques Du Phly, de Normandische clavecinist die al vele jaren in Parijs leefde en binnen het etmaal na de val van de Bastille het tijdelijke voor het eeuwige inwisselde. Het was 15 juli 1789. Een halve eeuw later zou zijn sterfdag overal in Frankrijk herdacht worden als een antidotum tegen de dollemansstoet die de dag voordien was begonnen – al waren Du Phly en zijn werk toen geheel en al, en onterecht, vergeten.
Oorzaak van de blijdschap op 15 juli was de kleine Hendrik, l’enfant du Miracle, de postume zoon van de hertog van Berry, die de oude monarchie van het huis Bourbon nieuwe levenslust gaf. Later zou hij bekend staan als graaf van Chambord en een symbool worden van de onkreukbaarheid van het Franse koningshuis. Vanaf 1830 vierden de getrouwen van de legitieme dynastie overal te lande het naamfeest van hun vorst, tot nijd van degenen die beseften dat er geen Louis-Philippe in de heiligenkalender voorkwam. De kans dat de peervormige burgerkoning tot de eer der altaren zou worden verheven, gold ook als beperkt, zeker na zijn weinig subtiele gedrag tijdens en na de Julirevolutie van 1830. Elk devoot gebed tot de heilige Henricus was dus een steek in het hart van orleanistisch Frankrijk.

En toch was de devotie tot de heilige Hendrik ouder, zeker in de Zuidelijke Nederlanden. Tijdens de efemere Verenigde Nederlandse Staten groeide immers de devotie tot de patroonheilige van de inspirator van het verzet tegen het Jozefisme, Hendrik van der Noot. Dat zijn naamfeest de allures van een nationale feestdag kreeg, was ook een uiting van subtiele kritiek aan het adres van een politieke tegenstrever.
De heilige Henricus uit het huis van de Ottonen was immers Rooms keizer (1014-1024) en dus een verre voorganger van Jozef II. Hendrik toonde aan dat het wel mogelijk was keizer te zijn en God te dienen, in die mate zelfs dat hij in 1146 tot de eer der altaren werd verheven. Zijn feestdag wordt dezer dagen op zijn sterfdag, 13 juli, gevierd, maar noch Du Phly, noch de graaf van Chambord, noch Hendrik van der Noot, noch de heilige keizer zelf hebben er enig bezwaar tegen indien u morgen het aloude feest in ere houdt met dit gebed:
Deus, qui hodierna die beatum Henricum Confessorem tuum e terreni culmine imperii ad regnum æternum transtulisti: te supplices exoramus; ut, sicut illum gratiæ tuæ ubertate præventum, illecebras sæculi superare fecisti, ita nos facias, ejus imitatione, mundi hujus blandimenta vitare, et ad te puris mentibus pervenire. Per Dominum nostrum Jesum Christum, Filium tuum: Qui tecum vivit et regnat in unitate Spiritus Sancti Deus: per omnia sæcula sæculorum. R Amen.
