Mijn Romeinse lievelingskerk? De San Carlino, zonder enige twijfel, al vind ik het diminutief onrechtvaardig voor de creativiteit van Borromini.

San Carlo alle Quattre Fontane, Borromini’s trinitarische meesterwerk

Wat weinig mensen weten is dat deze kerk geen parochiekerk, maar een kloosterkerk is en de Romeinse stek van de oorspronkelijk Frans-Spaanse kloosterorde van de Trinitatiërs. Die ijverde voor de bevrijding van christenslaven uit de handen van Noord-Afrikaanse zeerovers en hun klanten. Ze richtte talloze broederschappen op ter ere van de Heilige Drievuldigheid, waar geld werd ingezameld om de torenhoge afkoopsommen voor de gevangen christenen te kunnen voldoen.

Om vanzelfsprekende redenen was de orde met name populair waar het risico van een  piratenraid een dagelijkse realiteit was, met andere woorden in het bekken van de Middellandse Zee. De barbarijse zeerovers waagden zich echter ook geregeld in wildere wateren, zodat ook langs de kusten van de Atlantische Oceaan en de Noordzee kloosters en broederschappen ontstonden.

De Drie-eenheid waakt over de slaven. Antwerpen, Sint-Jacobsmarkt

In de Lage Landen betekende dit dat met name in het graafschap Vlaanderen instellingen van trinitarische spiritualiteit werden opgericht. Ook elders waren echter broederschappen, zoals in Brussel, Antwerpen, Mechelen en Diest en zelfs in de Hollandse Zending na de scheiding der Nederlanden. Kloosters waren er opvallend genoeg enkel in de romaanse Nederlanden, zoals in Orival bij Nijvel en in Bastenaken. Een omvattende studie over de Trinitariërs in de Lage Landen ontbreekt nog.

Het voormalige refugiehuis van Orival in Nijvel

Toen Jozef II zijn opleiding tot koster aanvatte, was een van zijn eerste maatregel de opheffing van de trinitarische broederschappen. Het gevaar voor ontvoering door islamitische piraten leek hem geweken en de broederschappen bezaten nogal wat financiële middelen, die misschien niet beter, maar wel anders konden worden gebruikt door de overheid.

In welke mate de tweede reden belangrijker was dan de eerste, zou blijken in augustus 1816, toen een gecombineerde Engels-Nederlandse vloot de stad Algiers bombardeerde als represaille voor het ontvoeren van een aantal Europese zeevarenden. De Nederlandse marine, onder bevel van vice-admiraal Van de Capellen, verloor er 22 zeelui. Al zijn er zeker gelijkenissen te vinden tussen Jozef II en Willem I, hun beleid ten aanzien van de Maghreb verschilde alvast fundamenteel.

Het bombardement van Algiers op 27 augustus 1816 door Martinus Schoeman

Amper veertien jaar later was het definitief gedaan met de barbarijse zeeroverij. Als een saluutschot  van de steeds weer ondermijnde Resturatiemonarchie in Frankrijk veroverden de troepen van koning Karel X begin juli 1830 onder leiding van maarschalk Louis de Bourmont het huidige Algerije. Drie weken later kwam het Parijse geteisem in opstand en kroop Louis-Philippe richting troon. De stijlvolle houding van het nieuwe regime werd aangegeven, toen Bourmont, die niet wenste te dienen onder een andere vorst dan de legitieme, werd verboden gebruik te maken van een Frans schip op huiswaarts te keren met het hart van zijn in Algerije gesneuvelde zoon als voornaamste bagage. Enkele maanden later zou hij in Den Haag verschijnen, waar hij de hertogin van Berry bijstond bij de voorbereiding van haar drieste poging om de Vendée nogmaals te mobiliseren tegen de revolutionaire hydra, die nu een nieuwe gestalte had aangenomen. Dat is echter een andere geschiedenis.

Maarschalk Louis de Bourmont

Waren het enkel de omstandigheden die Bourbon en Oranje enerzijds en Habsburg anderzijds zo uiteendreven bij de keuze van een beleid ten aanzien van de islamitische wereld? Deels was dat zeker het geval, maar misschien was er meer. Tussen eerstgenoemde landen en de Sublieme Porte en haar verzelfstandigde onderdelen lag de zee. Die liet toe harde confrontaties uit te vechten, maar ook bondgenootschappen te sluiten, zoals de Franse kroon meermaals illustreerde.

Die luxe hadden de Habsburgers niet. De Porte was hun buur op het land, waarmee men vaak een modus vivendi diende te vinden, maar die nooit een bondgenoot kon zijn.

Carl Schmitt beschreef in Land und Meer hoe het onderscheid tussen landratten en zeeschuimers de geschiedenis en het volkenrecht geboetseerd heeft. De Trinitariërs voegen een dimensie toe aan zijn verhaal.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s