De steen die de bouwlieden hadden verworpen is tot Hoeksteen geworden, sprak de Heer. Voor deze Paasdag is het een zinvol woord ter overweging, dat ons herinnert aan de vergankelijkheid van het menselijke oordeel, hier en hoeveel meer nog aan de Overkant. Een exempel daarvan mag het leven van Jan Andries Anneessens (1689-1767) zijn.  

Bij sommigen doet de naam Anneessens nog een belletje rinkelen, maar dan gaat het om de gildedeken Frans, die in 1719 werd onthoofd op bevel van de kortstondige landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden markies de Prié. Anneessens stond voor het behoud van de stedelijke en landelijke privileges waarmee Prié komaf wou maken in naam van grotere gelijkvormigheid en efficiëntie. De pogingen van zijn zoon Jan Andries om zijn vader op borgtocht vrij te laten, bleven vruchteloos.

Je zou verwachten dat de zoon van een wegens oproer terechtgestelde vader in de strenge dagen van voor de Revolutie het voorwerp zou zijn geweest van vervolging en ostracisme. Welneen, in 1733 benoemde Priés opvolgster, landvoogdes Maria-Elisabeth hem zelfs tot hofarchitect. Dat zij de zaken anders bekeek dan haar voorganger, leek trouwens meer regel dan uitzondering te zijn: zo libertijns Prié was, zo ultramontaans was Maria-Elisabeth en zo respectloos de ene omging met de wetten van het land, zozeer poogde de andere de noden van haar tijd tegemoet te komen binnen dat eeuwenoude kader. Misschien nog meer dan Maria-Theresia was haar tante Maria-Elisabeth (1680-1741)  de Landesmutter van de Zuidelijke Nederlanden. Reiziger, leg bij een volgend bezoek aan Wenen een bloem op haar kist in de Kapucijnercrypte.

Maria Elisabetha, Mater Belgorum

Terug naar Anneessens. Die bouwde voor de landvoogdes de stallingen voor haar paleis in Tervuren, waarin eerstdaags een hotel zou worden ingericht. Daarnaast voerde hij nog de meest uiteenlopende werken uit, onder meer voor de Leuvense universiteit. Aan het Heilige-Geestcollege in de Naamsestraat voegde hij een poortvleugel toe, die inmiddels is verdwenen.

De poortvleugel van het Heilige- Geestcollege

Toeval is het zeker, maar tot op zekere hoogte is alle duurzaamheid toeval. In het zelfde college woonde en werkte dertig jaar later de eximius Jan Frans van de Velde, die met woord en daad de wetten van stad, land en hogeschool verdedigde tegen een geestelijke nazaat van Prié, Jozef II. Zou iets van de geest van vader Anneessens in de muren van de poortvleugel hebben gezeten?   

De stallingen in Tervuren, Anneessens meest spectaculaire verwezenlijking

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s