Je komt ze nog geregeld tegen: de wijsneuzen die beweren de revolutie te verafschuwen, maar enkel als ze uit Frankrijk komt. Revoluties van Angelsaksische makelij vinden ze dan weer wel leuk, en dan doet het er weinig toe of het de Amerikaanse van 1776 of de Roemrijke (sic) van 1688 betreft.
Zelf erger ik graag mijn vrienden door de editie van 1688 aan te duiden als de Inglorious, in het besef dat het vaderschap van die term anderen toekomt. Als ik niet op ergernis stuit, is het toch minstens op verbazing. Vandaar een kleine toelichting.
Wie denkt dat je relativisten nodig hebt om tolerantie te doen gedijen, moet de geschiedenis van de putsch tegen koning Jacobus II maar even herlezen. Het waren precies de koninklijke initiatieven tot versterking van de tolerantie ten aanzien van Rooms-katholieken en protestantse dissenters die de weerstand van de Anglicaanse hiërarchie aanwakkerden, met de steun van vileine ideologen als John Locke. Zeven Anglicaanse bisschoppen verzetten zich openlijk tegen deze maatregelen en juichten toen een ‘protestantse wind’ Jacobus’ schoonzoon stadhouder Willem III naar de Britse eilanden bracht om zijn schoonvader te verdrijven – een dieptepunt in de morele geschiedenis van het Oranjehuis.
Nog geen jaar later waren vijf van de zeven bisschoppen al uit hun ambt verwijderd, omdat ze weigerden een eed van trouw af te leggen aan Willem en zijn echtgenote Mary. De verbreking van de legitieme troonopvolging was ook voor deze bisschoppen een stap te ver en node zagen ze in het spoor van Willem lieden terugkeren waarvan ze hadden gehoopt dat hun rijk in 1660 voorgoed voorbij was.
Inderdaad kan je de gebeurtenissen van 1688 maar helemaal begrijpen als je ze in een ruimere context plaatst. De staatsgreep van centralisten en relativisten was vooral een revanche van degenen die zich in de periode tussen 1649 en 1660 gecompromitteerd hadden met het onzalige Gemenebest en het daarop volgende en niet minder onzalige Protectoraat, de republiek van vader en zoon Cromwell. Jacobus’ oudere broer koning Karel II was erin geslaagd een glorierijke Restauratie door te voeren, en terug te keren uit zijn Haagse ballingschap waar, o ironie, Willems vader stadhouder Willem II de Engelse de iure koning gastvrijheid had betoond.
De beste vergelijking die ik kan bedenken, is dat 1688 staat tot de dagen van Cromwell als 1830 tot die van Robespierre. Willem III en zijn trawanten waren, net als Louis-Philippe en zijn zootje, minder bloeddorstig dan hun voorgangers en konden hun revolutionaire agenda beter verbergen voor mensen die vooral hoopten met rust gelaten te worden. Net als in 1830 waren er in 1688 welgedane lieden die met een zucht van opluchting meenden dat het allemaal nog was meegevallen. Van daar naar een omschrijving als Glorious is maar een kleine stap, voor wie vertikt te kijken naar de lange termijn. Dat die revolutie vroeger ook werd omschreven als The Bloodless Revolution, is niet zonder betekenis, al is die naam wel helemaal misleidend voor wie beseft dat ze de aanleiding was voor slachtpartijen vals de veldslag bij de Boyne van 11 juli 1690.
Bespaar me dus het onderscheid tussen goede en slechte revoluties. Er zijn voldoende andere tradities om inspiratie uit te putten, zodat 1688 minstens overbodig en eigenlijk zelfs nefast is als referentie.