Het heeft heel lang geduurd vooraleer ik op de basisschool hoogte kreeg van het onderscheid tussen sterke en zwakke werkwoorden. Ik haalde ze voortdurend dooreen, al zou je me niet snel hebben betrapt op een foute toepassing van de grammaticale regels. Niet de toepassing, maar de regel zelf was het probleem. In mijn kinderlijke brein was een werkwoord dat er onder alle omstandigheden in slaagde (niet sloeg, neen) om veranderingen in tijd ongeschonden te doorstaan, bijzonder sterk. In alle geval sterker dan een werkwoord dat nu eens deze en dan weer gene klank had, en meedraaide met het wijzigen van de wind.
Het heeft een kwarteeuw geduurd eer ik begreep waar mijn verwarring vandaan kwam, het heeft te maken met fundamentele keuzes.
De terminologie inzake zwakke en sterke werkwoorden is afkomstig van Jacob Grimm, taalwetenschapper en sprookjesschrijver, en de helft van de gelijknamige gebroeders. Volgens hem waren sterke werkwoorden sterk, omdat ze in staat waren “op eigen kracht” een tijdswijziging te realiseren, zonder toevoeging van een suffix. Met andere woorden: Grimm waardeerde impliciet de wijziging van het corpus van een werkwoord hoger dan de toevoeging van een hulpstuk.
Dat zegt iets over zijn vooroordelen, en ook over de mijne. Dingen “op eigen kracht” doen, lijkt me een illusie, maar daar keek de romanticus Grimm natuurlijk anders tegen aan. En mij lijkt het nu net een prestatie door de tijden heen “semper idem” te blijven, maar dat kon Grimm gestolen worden. Was hij uiteindelijk niet een van de Göttinger Sieben, en werd hij niet in 1837 het koninkrijk Hannover werd uitgestuurd als ongewenste vreemdeling, omdat hij de revolutiegrondwet van 1830 hoger waardeerde dan de terugkeer naar de overgeleverde constitutie, die door de koning werd gewenst? Een gebrek aan samenhang kan je Grimm niet verwijten.
“Sterk” en “zwak” zijn natuurlijk een conventie, maar soms is het nuttig even te graven naar de achtergrond van die conventies. Op de schop hoeven ze niet, maar onschuldig zijn ze evenmin. Ik weet het nu voorgoed: ik zal blijven worstelen met het onderscheid tussen sterke en zwakke werkwoorden.
