Zegt de naam Federico Maria Sardelli u iets? Als de term uomo universale vandaag nog relevant is, past die zeker bij Sardelli. Hij is fluitist, romancier, striptekenaar, dirigent, musicoloog en componist en daarenboven voorzien van een bijzondere band met wijlen Antonio Vivaldi, zelfs in die mate dat de onvolprezen Peter Ryom hem vroeg de inventaris van de werken van Vivaldi, de Ryom-Verzeichnis, van hem over te nemen.
Maar luister vooral eens naar het werk van Sardelli, zoals je dat probleemloos op het net kan vinden. Vergis u niet, kies zijn eigen werk, geen werk van Vivaldi of een tijdgenoot dat hij dirigeert. Want vergissingen zijn niet uitgesloten: Sardelli schrijft geen neobarokke muziek, maar schrijft zoals en componist in Venetië in het eerste decennium van de achttiende eeuw zou hebben geschreven. Hij is de eerste om te erkennen dat cultuur, tijd en plaats bepalend zijn voor het muzikale idioom van een componist – en kiest vervolgens voor een idioom uit een andere tijd.
Oppervlakkige waarnemers hebben Sardelli een plagiaris genoemd, of hem zelfs satirische oogmerken toegeschreven. Niets van. Zijn composities dagen onze overspannen zucht naar originaliteit uit, en tonen de verdiensten van een corpus aan gebaren, figuren en vormen dat in zijn tijdgebondenheid merkwaardig dicht bij de universaliteit kwam. Is het toeval dat dit corpus zo nauw was verbonden met de liturgie van de universele Kerk van Rome?
Critici verwijten Sardelli een gebrek aan authenticiteit. Zou het? Kan je enkel authentiek zijn door je eigen gevoelens in je eigen woorden uit te drukken? Of is het mogelijk een authenticiteit van de herkenning na te streven, waarin je gevoelens en gedachten onderbrengt in een kader dat het product is van eeuwenlange menselijke ervaring? Sardelli gelooft blijkbaar in die mogelijkheid.
Soms is de verleiding groot om Sardelli’s werk te confronteren met dat van Hans Makart, de Weense schilder die in het spoor van Rubens en Titiaan een onmiskenbaar 19de-eeuwse stijl wist te ontwikkelen. Geen authenticiteit van de herkenning, maar veeleer een bewuste poging tot het voortzetten van een traditie. Neobarok in de meest klassieke zin van het woord dus.
Sluit het ene het andere uit? Conceptueel zonder de minste twijfel, maar in de praktijk? De dialoog tussen beide wegen kan niet anders dan vruchtbaar zijn.