Hoewel elke sympathie voor de zogenaamde (en slecht genaamde) traditionalistische stroming hem vreemd was, betreurde wijlen onze pastoor geregeld de uitwassen van de postconciliaire verdwazing. Vermits hij Christus zocht en vond in de schoonheid, kon hij met name scherp zijn over het fenomeen dat hij omschreef als ‘de tweede beeldenstorm’, het massaal verwijderen en vernietigen van religieuze kunst uit de kerken na Vaticanum II. Wat deze tweede beeldenstorm onderscheidde van de eerste editie, was dat ze niet het werk was van een zootje calvinisten, wederdopers of andere buitenkerkelijke krachten, maar van binnenuit kwam. Het maakte een en ander nog moeilijker te begrijpen, en zwaarder te dragen.

Jammer genoeg was het niet de eerste keer dat een beeldenstorm in eigen huis was gestart – en allicht was het beter dat onze goede pastoor dat niet besefte.

Wie echter de kerkarchieven van de negentiende eeuw induikt, zal merken dat ook toen massa’s kerkelijke kunst werd verwijderd uit de kerkgebouwen en onherroepelijk verloren ging. Dat gebeurde net als in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw uit naam van een binnenkerkelijke ideologie, die zich presenteerde als een wedergeboorte. Haar naam was neogotiek, haar slachtoffer was de erfenis van de barokke katholiciteit in al de Nederlanden. Voor de daders staan twee namen symbool, die van Pierre Cuypers en die van Jean Baptiste Bethune (neen, niét de Bethune. De Belgische adellijke titel die onder Leopold I werd toegekend aan de vader van “Jan Gotiek” werd pas later erfelijk verklaard, en na de dood van Jean Baptiste ook op hemzelf toegepast. Hij werd dus postuum geadeld, wat aantoont dat in bij onze zuiderburen veel, zo niet alles mogelijk is.)

File:Portret van P.J.H. Cuypers, RP-P-1940-631.jpg - Wikimedia Commons
Pierre Cuypers – ziener of verwarde geest?

Voor Cuypers gelden verzachtende omstandigheden. Het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in de Noordelijke Nederlanden bood de Kerk een goede gelegenheid om weer in de openbaarheid te treden en een streep te trekken onder een moeilijke periode. Neemt niet weg dat de vervanging van talloze schuilkerken door neogotisch seriewerk een moeilijk te vergeten esthetische schade heeft veroorzaakt.

Wat Bethune betreft, kan enkel ontoerekenbaarheid worden ingeroepen. Bethune deed zijn neogotische opvattingen op tijdens een reis in Engeland, waar hij de voormannen van de zogeheten medieval revival beweging ontmoette, met name Augustus Welby Pugin. Voor Britse katholieken gold mutatis mutandis het zelfde als voor Cuypers, namelijk dat er plots kansen waren om het geloof weer openlijk te belijden. Voor Bethune en de zijnen was dat echter al te subtiel, en zij transponeerden de Britse situatie voetstoots naar de Zuidelijke Nederlanden. Het gevolg was dat talloze parochiekerken, die de geest van de katholieke Nederlanden feilloos in beeld brachten, werden opgeofferd voor geestloze constructies in pseudo-middeleeuwse stijl.

File:Gent Groot Begijnhof van Sint-Amandsberg-PM 07227.jpg - Wikimedia  Commons
Massale gotiek van de hand van Bethune

Kortom, de neogotiek is noch katholiek, noch Nederlands te noemen. Laat het een les zijn voor wie ook vandaag nog denkt het heil te vinden in een terugkeer naar het begin, en situaties in het nabije en bevriende buitenland gedachteloos overzet naar de boorden van Rijn, Maas en Schelde.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s