Hoewel Willem Hendrik, baron van Heemstra, gedurende de dertien laatste jaren van zijn leven de verwezenlijking van al zijn oude dromen leek mee te maken, was hij geen gerust man. Hij, die na het Kollumer oproer van 1797 zijn geboortestreek moest ontvluchten, was inmiddels grietman geworden van  Kollumerland en Nieuwkruisland. Spoedig zou hij lid van de Tweede Kamer worden, en daar het beleid van koning Willem I ondersteunen. Dat Nederland een koninkrijk was geworden onder Oranje, had hij als jongeman nooit durven hopen. Maar tevreden was hij niet.

Waarom hij niet tevreden was? We lezen het tussen de lijnen in zijn herinneringen. Wanneer hij vertelt hoe hij in 1797 met zijn bejaarde vader eerst onderdook bij bevriende Oranjegezinde families, en dan naar Duitsland emigreerde, laat hij ook iets merken van zijn grote angst van toen. Om de grens over te steken, moest hij voorbij een schans, die onder het bevel stond van ene kapitein Cort Heyligers “dien het een bijzonder genoegen zoude strekken, zoo hij iemand, die Oranjegezind was, op het schavot kon brengen”. Onder Koning Willem was Cort Heyligers generaal geworden, en voerde hij het bevel over een reservekorps. Voorwaar geen geruststellende gedachte voor baron van Heemstra.

Gedenknaald voor generaal Cort Heyligers op landgoed Brinkgreven bij Deventer

En toch had hij beter moeten weten. Restauraties worden niet uitgevoerd met de getrouwen van altijd, maar met de bekeerlingen van de vooravond. Dat was zo in de Noordelijke Nederlanden, in de Zuidelijke was het niet anders – zelfs niet toen de restauratie mislukte.

Als u van Antwerpen naar Gent rijdt, moet u even de snelweg verlaten om een kleine zoektocht te ondernemen. In het gehucht Haasdonk bij het stadje Beveren staat, verscholen in de bossen, het kruisbeeld dat de nagedachtenis van Jan Baptist Tassijns eert. Tassijns werd door de Fransen voor de kop geschoten bij het mislukken van de zogenaamde Boerenkrijg, de anti-revolutionaire opstand van het jaar 1798. Tassijns was de aanvoerder van de opstandelingen in zijn streek en zijn executie bezorgde hem het statuut van held.

Het Tassijnskruis in Haasdonk

Terecht, maar Tassijns had ook een verleden. Net zoals zijn evenknie Quarteer in het Scheldestadje Boom, was hij kort voor de opstand nog een van de steunpilaren van het Franse regime geweest. Quarteer was vrederechter, Tassijns municipaal agent – en ze waren niet de enigen. Het was niet de rustige vastheid van hun geloof in eeuwige waarden, maar hun ongeduld en hun teleurstelling in de niet gerealiseerde beloften van de Fransen, die Tassijns en Quarteer aan het hoofd brachten van een groep strijders “voor outer en heerd”. Was het zo anders met Cort Heyligers?

Wie zichzelf de teleurstelling van baron van Heemstra wil besparen, doet er goed aan nuchter te blijven. De beloning voor de trouw, is de trouw zelf.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s