Het was een bijzondere dag, deze Woningsdag die Koningsdag moest vervangen. Als ik heel eerlijk ben, moet ik bekennen dat hij iets extra had. Geen koekhappen of tompoezen, maar een wat verstilde samenhorigheid. Toen onze buren luid, maar vals het Wilhelmus inzetten, meenden ze het echt, en maakte dat het lied niet lachwekkend. Als zelfs de uitvoering door André Rieu het niet lachwekkend maakt, kan het Wilhelmus ongetwijfeld heel veel aan. Ik denk niet dat ik het al vaak over kippenvelmomenten heb gehad, maar dit was er eentje. Ook al zingen we het lied van de Prins veel te langzaam.

2971663386_9ecc23e152_b

2020: Koningsdag zonder koekhappen

Het tempo dat vandaag voor het Wilhelmus gebruikelijk is, is eigenlijk dat van de vroegere nationale hymne, die op die manier discreet aanwezig blijft. Discretie is haar trouwens geraden, want “Wien Neêrlands bloed” heeft geen goede pers. Met name de woorden “van vreemde smetten vrij” in de eerste strofe worden dichter Hendrik Tollens postuum stevig aangerekend. Ze zouden wijzen op etnisch nationalisme, misschien zelfs op racisme.

Wie dergelijke theorieën verkondigt, geeft vooral blijk van een acuut gebrek aan historische kennis, en projecteert opvattingen uit de late negentiende en vroege twintigste eeuw honderd jaar naar voren, naar het zachte paternalisme van Willem I en zijn restauratietijd.

Niet alleen de historische kennis is dan voor verbetering vatbaar, ook aan letterkundige kennis mangelt het. Sinds het proefschrift van Ruud Poortier uit 2014 (volledig online beschikbaar, geen excuus om het niet te kennen) weten we dat de oorspronkelijke tekst van Tollens luidde “van vreemde vonden vrij”, waarmee hij alludeerde op degenen die tussen 1795 en 1815 met iets te groot enthousiasme theorieën uit Frankrijk tot de hunne hadden gemaakt. Het wat krampachtige streven naar verzoening van Willem I zorgde ervoor dat werd gekozen voor “vreemde smetten”, wat als minder agressief werd ervaren. Het kan verkeren.

568px-Gedenktafel-Wilms-big

Gedenktafel aan het geboortehuis van Johann Wilhelm Wilms, componist van ‘Wien Neêrlands Bloed’

Toch bleef voor velen duidelijk wat Tollens had bedoeld. Ergens in de jaren dertig bracht een Amsterdamse politieman verslag uit relletjes in de hoofdstad waarbij communisten en nationaal-socialisten waren betrokken. Hij verzuchtte dat hij het nu wel gehad had met de jongelui die leden aan “vreemde smetten”. De originele tekst van Tollens was hem allicht niet bekend, maar hij begreep de zin ervan beter dan de meeste mensen nu.

Hebben we een nationale hymne nodig? Voor mij hoeft het niet. Het volstaat dat het Koninklijk Huis de beschikking heeft over een familiale herkenningsmelodie, en dat is het Wilhelmus. Als daar nog iets bij moet voor Nederland, mag het gerust Tollens’ lied zijn. En als de eerste strofe te veel toelichting en pedagogie vereist, kunnen we voor één keer Duitsland imiteren en enkele strofen overslaan. De vijfde en achtste strofen hebben ook wel wat:

Bescherm, o God! bewaak den grond, waarop onze adem gaat;
De plek, waar onze wieg op stond,
Waar eens ons graf op staat.
Wij smeeken van uw vaderhand,
Met diep geroerde borst,
Behoud voor ’t lieve vaderland,
Voor vaderland en vorst.

Dring’ luid, van uit ons feestgedruisch,
Die beê uw hemel in:
Bewaar den vorst, bewaar zijn huis
en ons, zijn huisgezin.
Doe nog ons laatst,
ons jongst gezang dien eigen wensch gestand:
Bewaar, o God! den koning lang
En ’t lieve vaderland.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s