In 1994 nam de hoogbejaarde Hubertina Cuijpers-Boumans met de lijst “Nederlandse Christen Democraten” deel aan de gemeenteraadsverkiezingen in Pyonyang aan de Waal, ook bekend als Nijmegen. Het behoudende karakter van haar programma leidde tot hoon en spot, met als toppunt haar gekke idee om het Valkhof weer op te bouwen.
Die burcht van de graven, later hertogen van Gelre, diende in de periode 1786-1787 als toevluchtsoord voor stadhouder Willem V en zijn gezin, toen het voor hem zelfs in de residentie te gevaarlijk werd door de invloed van de zogenaamde patriottenbeweging. Willem keerde echter terug naar ’s-Gravenhage, en menig patriot moest bijgevolg de wijk nemen naar Frankrijk. Vandaar keerden ze echter in de koffers van de bezetter terug, toen de legers van het Directoire de Verenigde Provinciën overweldigden. Willem kon zich in Engeland in veiligheid brengen, zodoende moesten de patriotten hun woede op een ander object koelen. Het Nijmeegse Valkhof werd afgebroken. Het lag er, en lag er goed.
Mevrouw Cuijpers mocht het niet meer meemaken, want ze overleed in 1995, maar in 2006 sprak een meerderheid van de Nijmegenaren zich in een volksraadpleging uit voor de realisatie van haar programmapunt. Het Valkhof moest heropgebouwd worden. Gedurende meer dan tien jaar wisten de tegenstanders van het project echter stokken in de wielen te steken, zodat in december 2018 werd besloten toch geen werk te maken van de heropbouw. De Franse barbaren van 1795 en hun lokale medewerkers kunnen gerust slapen op de plek waar ze zich bevinden – hun afbraakwerk lijkt voor de eeuwigheid gemaakt. Nu toch.
Het Valkhof in de vroege zeventiende eeuw
Toegegeven, tuinarchitect Johan David Zocher heeft zichzelf overtroffen bij de aanleg van een park op de plek waar eens de burcht stond. De heropbouw van het ene monument zou een ander monument dus schenden. Maar of dat argument het voornaamste was? Het meest opmerkelijke was alvast dat er geen betrouwbaar beeld was van de oorspronkelijke burcht, maar enkel van haar uitzicht in de zeventiende eeuw. Nou, en? Hoe betrouwbaar zijn onze inlichtingen over het uitzicht van de Notre Dame in de twaalfde eeuw? Dat soort historisch purisme is heilloos, en doet afbreuk aan het leven van een monument.
Dan had men in Berlijn minder scrupules. Tussen de vijftiende en de twintigste eeuw evolueerde het Stadtschloss aldaar van een markgrafelijke burcht tot een (neo-) barokke residentie. Brand, bombardementen en artillerieduels brachten het gebouw grote schade toe op het einde van de Tweede Wereldoorlog, maar zoals steeds was de menselijke kwaadaardigheid een veel groter probleem voor het behoud van het patrimonium. De communistische machthebbers weigerden middelen vrij te maken voor de meest noodzakelijke herstellingswerken, maar van zijn kant weigerde het slot in te storten. Integendeel, in 1948 vonden er nog meerdere succesvolle tentoonstellingen plaats. In 1950 kondigde kameraad Ulbricht aan dat het slot afgebroken zou worden – op basis van een soortgelijke ideologie als die had geleid tot de afbraak van het Valkhof.
Ook in Berlijn waren er enkele zonderlingen die na de val van de Muur meenden dat het oude slot in zijn oude glorie hersteld kon en moest worden. De meest opvallende en de meest hardnekkige was de adellijke ondernemer Wilhelm von Boddien. Hij kreeg zijn zin: zonder al te veel acht te slaan op de roepers langs de weg, die eraan herinnerden dat de weg van geschiedenis niet kan worden omgekeerd en te pas en de onpas het woord “kitsch” lieten vallen, werd op 12 juni 2013 de eerste steen gelegd van het nieuwe slot. Vandaag nadert de heropbouw zijn einde. Hopelijk bezoekt op een dag nog eens een Nijmegenaar de Duitse hoofdstad, om er goede ideeën op te doen, en goede voorbeelden te vinden.
De werken aan het Stadtschloss naderen hun voltooiing