Op Tweede Kerstdag 1777 overleed Dorothy Pentreath, vijfentachtig jaar oud, in het vissersdorpje Mousehole, diep in Cornwall. Met haar stierf ook het Cornish uit als courant gesproken taal.

Het riedeltje dat het verleden nu eenmaal niet terugkomt, was niet besteed aan een jongere streekgenoot van Dorothy, Henry Jenner. In 1904 publiceerde hij zijn Handbook of the Cornish Language, met de expliciete bedoeling de verdwenen taal weer tot leven te wekken. Vandaag zeggen ongeveer 2000 mensen vloeiend Cornish te spreken, een kleine zeshonderd beschouwen de taal als hun voornaamste communicatiemiddel en zowat driehonderd zien zichzelf als moedertaalsprekers. Ook het Manx kan beschouwd worden als een verrezen taal, die uitstierf maar terugkeerde.

328px-Portrait_of_Dorothy_Pentreath_of_Mousehole_in_Cornwall_(4673319)

Dorothy Pentreath

Bij sommige lezers zal de naam van Jenner allicht een belletje doen rinkelen. Op 1 februari 2018 herdachten we King Charles the Martyr met een neolatijns vers van Jenner, die even hardnekkig was in zijn gehechtheid aan Cornwall met zijn taal en cultuur, als getrouw aan het huis Stuart en de legitieme troonopvolging.

Als er nog een taal is die naar de verrijzenis begeleid zou mogen worden, is dat zonder enige twijfel het West-Jiddisch. Je hoeft niet de hele weg te gaan met de Joodse orthodoxe anti-nationalisten die het gebruik van het Hebreeuws als taal van het dagelijkse leven en de politiek als een vorm van heiligschennis beschouwen, om het Jiddisch te koesteren. Al was het maar om haar muzikaliteit, verdient deze taal onze liefde. En ook omdat zij de familie der Germaanse talen verrijkt met een onverwacht geluid en een bijzondere traditie. Er is allicht geen diepere vorm van Wiedergutmachung te bedenken dan de taal van de Joodse bevolkingen in Noordwest Europa te respecteren en groeiruimte te geven.

Alleen vergeten we dat het Jiddisch zoals we dat vandaag kennen geamputeerd is van een van haar ledematen, het West-Jiddisch. En laat dat net de taal zijn die eeuwenlang het Joodse leven in de Lage Landen haar eigen stem gaf. De varianten van het Jiddisch die vandaag gesproken worden, ook in Antwerpen, zijn wezenlijk van Oost-Europese komaf. Zo wordt in degelijk orthodoxe kringen vaak Hongaars Jiddisch gesproken.

Het verdwijnen van het West-Jiddish is, in tegenstelling tot wat sommigen allicht denken, geen gebeurtenis van de twintigste eeuw. Toen op 31 januari 1886 de Friese opperrabbijn Baruch Bendit Dusnus overleed, was het afgelopen met het West-Jiddisch als preektaal in de Nederlanden, tot grote opluchting van Dusnus’ modernistische tegenstanders, binnen en buiten de synagoge. De acolieten van Mozes Mendelssohn en andere verlichte geesten hadden al lang gekozen voor “echte cultuurtalen” als Frans, Duits en zo nodig ook Nederlands boven het sociaal gestigmatiseerde “taaltje” dat in de weg stond van integratie en sociale klim.

402px-Voorgevel_van_de_voormalige_synagoge_te_Leeuwarden_-_Leeuwarden_-_20132790_-_RCE

De oude synagoge van Leeuwarden, waar opperrabijn Dusnus predikte in het West-Jiddisch

Alleen al om mensen als Dusnus te eren, die de eigenheid van religie en culturele tradities verdedigden in moeilijke tijden, maar ook om de Lage Landen te herstellen in hun veelheid aan nuances, valt te hopen dat ooit een Jenner van het West-Jiddisch zal opstaan.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s