We weten het allemaal, nostalgie is een slechte raadgever. Het verleden keert nooit meer terug. Achteruitkijken is zinloos, we moeten vooruit. Blablabla.
Anderen verkiezen het stedelijker Oostende of het meer mondaine Knokke, en dan wat vroeger in het seizoen. Geef mij maar Heist in de nazomer. Vanop het terras in mijn zijstraat zie ik rechts de polders, en links de haven van Zeebrugge, die me elke dag geruststelde dat de economie van de Lage Landen niet stil ging liggen tijdens de zomer. En dan denk ik aan die dappere Auguste de Maere, die zo vaak moet zijn uitgelachen met zijn neo-Middeleeuwse dromerijen.
De Maere was de zoon van de radicale orangistenleider uit Sint-Niklaas, Charles-Louis de Maere, die in 1832 het zoete Waasland verliet om zijn textielbedrijf over te planten naar Twente. In Enschede herinneren straten, pleinen en gebouwen aan zijn pionierswerk.
Villa Schuttersveld in Enschede, de woning van de de Maeres tijdens hun verblijf in Twente
Zoon Auguste keerde terug naar het Zuiden, en werd actief in de Gentse politiek. Tegen de barbaren van zijn tijd in, ijverde hij voor het behoud van het Gravensteen, dat sommigen wensten af te breken. Toen hij naar Brugge verhuisde, zette hij zijn restauratieve arbeid voort, zij het op een ander vlak. De economische neergang van Brugge door het verzanden van het Zwin fascineerde hem, en telkens iemand hem vertelde dat dit fenomeen onomkeerbaar was, voelde hij ergernis. Een nieuw Zwin, een nieuwe verbinding van Brugge (en indirect ook Gent) met de zee werd zijn grote plan. Omdat het verleden niet voorgoed voorbij was, en achteruitkijken zijn bron van inspiratie was. Een inspiratieloos monument herinnert vandaag in Oostende aan de Maere, maar naast zijn realisatie kan niemand heen kijken.
De Maeres droom werd werkelijkheid
Ook op andere vlakken nam de Maere het heden niet voetstoots aan. Zo bepleitte hij in 1891 – een kwart ironisch, driekwart ernstig – een huwelijk tussen koningin Wilhelmina en de Belgische troonopvolger, om de catastrofe van 1830 te herstellen. Dat daarbij de Belgische constitutionele orde, en het infame decreet-Rodenbach, dat de Oranjes te eeuwigen dage uitsluit van elke macht in de Zuidelijke Nederlanden, terzijde moest worden geschoven, deerde hem geen moment.
Brugge heeft zijn toegang tot de zee teruggekregen, de Zuidelijke Nederlanden zijn vooralsnog niet teruggekeerd onder het Huis van Oranje. Geef ons dus gerust wat meer de Maeres.
Auguste de Maere, inspirator