Zoals vele lezers van Geheime Nederlanden, heb ook ik me bont en blauw geërgerd aan de manier waarop media en publieke opinie over elkaar heen liepen om de hagescholieren voor het klimaat te verheffen tot de eer der civiele altaren. De verleiding wordt dan soms groot om die ergernis te compenseren, wanneer een coryfee van deze bende uit haar rol valt, en leedvermaak te tonen. Andere dan culinaire verleidingen behoren echter weerstaan te worden, ook als dat moeilijk ligt.
Nu de coryfeeën in kwestie kinderen zijn, geldt dat in nog grotere mate. Ik kan me nu al voorstellen hoe beschaamd een aantal hagescholieren zullen zijn wanneer ze op hun huwelijksdag of vrijgezellenavond geconfronteerd worden met de verklaringen die ze ten aanzien van een of andere journalist hebben afgelegd op een schoolvrije donderdag – en vind dat een gepaste en proportionele straf. Hopelijk hebben hun ouders zich inmiddels al de vraag gesteld of dit allemaal wel wijs is. “Liberation now, education later” is de slogan die aan de basis ligt van een groot deel van de problemen van het actuele Zuid-Afrika. En eigenlijk is het verschil niet zo groot.
Toen de moeder van Greta Thunberg werd geciteerd als zou zij beweerd hebben dat haar dochter met het blote oog CO2 kunnen zien, werd dat bij velen op hoongelach onthaald. Naar verluidt zou dit hele verhaal teruggaan op een foute vertaling of een onvolledig citaat. Eigenlijk interesseert me dat niet. Zelfs als het citaat correct was, waren de reacties smaakloos en misplaatst. En daar zijn vier redenen voor.
Dat een ouder, en zeker een moeder, trots is op haar kinderen, volgt uit de natuurwet. Dat die trots soms wat overdreven vormen aanneemt, volgt uit de onvolmaaktheid van het menselijke wezen. Wie de dingen een plaats weet te geven, beperkt commentaar hierop tot een glimlach.
Dat kunstenaars domme dingen doen wanneer ze hun comfortzone verlaten, is een bekend fenomeen. Wetenschappers hebben trouwens dezelfde neiging, zeker wanneer zij rector geworden zijn. Een mezzosopraan een boek laten schrijven, is geen goed idee, en haar dan nog commentaar laten leveren bij andere onderwerpen dan muziek, is meestal enkel vanuit commercieel oogpunt interessant. Dat er blijkbaar een markt bestaat voor dit soort boeken, zegt meer over het boekenvak van vandaag dan over de kunstenaars die zich lenen tot dit soort exercities. Opnieuw is een reactie die de glimlach te boven gaat niet nodig.
Malena Ernman
Dat commentaren op dames nog steeds sneller de grens overschrijden dan commentaren op heren (en andere mannen) is een bekend feit. Ongelukkigerwijze klonken ook ditmaal kreten en uitroepen die eerder pasten in de bek van de sansculotten die Marie-Antoinette naar het schavot begeleidden dan in de mond van verdedigers van het Avondland. Onze eerdere ervaringen werden dus bevestigd: met een bepaald soort bondgenoten hebben de ijveraars voor het behoud van de Westerse beschaving geen vijanden meer nodig.
En ten slotte: van Malena Ernman blijf je af. Haar verdienste ligt op het muzikale vlak, en die is groot. Zij was bijvoorbeeld een van de eersten die muziek uit de Restauratietijd met gitaar- in plaats van pianobegeleiding opnam, en zo een klank herstelde die de voortschrijdende moderniteit ons ontnam. Vader Bergmann schreef in zijn gedenkschriften over de muziekcultuur onder Willem I:
“Arme gitaar! De lawaai makende piano heeft uw zacht gemurmel vervangen; thans bestaat gij niet meer tenzij als een herinnering uit het verleden. Welnu, al mocht men mij voor een nijdige laudator temporis acti uitschelden, ik wil u nog heden mijn hulde brengen en luidop verklaren dat ik uw verdwijnen diep betreur.”
Bergmann kon niet weten dat het moment zou komen dat het geluid dat hij zo miste, opnieuw te horen was. Vermits hij het niet meer kan doen, doen wij het in zijn plaats, en danken we mevrouw Ernman daarvoor. Zij heeft, allicht ongewild, bijgedragen tot een vorm van culturele restauratie, en dat is stukken belangrijker dan gelijk welke ongelukkige uitspraak die ze al dan niet gedaan heeft. Als ze al onvoorzichtig is geweest, is het gezelschap van deze laudator temporis acti een gepaste en proportionele straf.
George Bergmann