Het was een koude oktoberavond in 1796, toen de vrederechter van Bergen werd gewaarschuwd dat een groep onverlaten, voorafgegaan door een muziekkorps, zou optrekken om de revolutionaire verworvenheden teniet te doen en het Huis van Oostenrijk te herstellen. Er viel geen tijd te verliezen, en er werd snel overgegaan tot de nodige aanhoudingen.

Bij nader toezien was het alarm een storm in een glas water gebleken. Enkele stedelingen hadden inderdaad muziek gemaakt, om het voormalige feest van de heilige Crispijn, patroon van de leerlooiers en de schoenmakers, te vieren. Daarbij waren inderdaad verboden deuntjes ten beste gegeven, zoals de Marche des Brabançons. Ook waren er verdachte liederen gezongen, zoals de aria van Grétry “O Richard ! O mon Roi!”, die begrepen werd als een verkapte aanval op de republikeinse staatsordening. Maar van een pro-Oostenrijks complot was er niet echt sprake. De geluiden die de Franse bezettingstroepen voor kanonschoten hadden gehouden, waren slechts het gedaver van de grote trom.

De componist van de mars der Brabanders zou de Franse verdenkingen overigens maar matig hebben kunnen waarderen. Weliswaar was Ignaz Vitzthumb geboren in Baden in Nederoostenrijk, maar zijn verhouding met de Habsburgers was merkelijk verkoeld, zelfs in die mate dat hij bij de eerste Oostenrijkse restauratie, na de ondergang van de Verenigde Nederlandse Staten, zijn ambt als hofmusicus en dirigent van het orkest van de Muntschouwburg was kwijtgeraakt wegens zijn betrokkenheid bij het verzet tegen Jozef II. Tijdens de eerste fase van het verzet, beter bekend als de kleine Brabantse Omwenteling (1787) componeerde hij meerdere marsen voor de opstandige vrijkorpsen. Naast de mars der Brabanders was er ook een mars van de Brusselse sermenten, en een mars van de Brabantse infanterie. Deze melodieën interpreteren als een uiting van pro-Oostenrijkse gevoelens illustreerde vooral een gebrek aan kennis van de plaatselijke omstandigheden en gevoeligheden.

Ignace_Vitzthumb

Ignaz Vitzthumb (1724-1816)

Des te meer, omdat het graafschap Henegouwen in die dagen een bolwerk van traditioneel denken was. Vandaag associëren we deze provincie met postindustrieel socialisme, maar we vergeten dat het graafschap ook een pre-industriële periode heeft gekend. In het verzet tegen het Jozefisme waren de Staten van Henegouwen misschien nog beginselvaster dan hun Brabantse collega’s, zodat men de gebeurtenissen van 1789-1790 in de Zuidelijke Nederlanden met evenveel recht had kunnen omschrijven als de Henegouwse Omwenteling.

Vitzthumb (1724-1816) was in vele opzichten een interessant man. Tijdens zijn periode aan de Muntschouwburg probeerde hij naast Franse en Italiaanse werken ook Nederlandstalige opera’s te laten uitvoeren, met groot succes. Hij maakte van zijn “Vlaams toneel” een reizend gezelschap, dat hem ook in de Noordelijke Nederlanden bracht.

Zijn zoon Paul Vitzthumb (1751-1838) had niet het muzikale talent van zijn vader, maar legde in nauwkeurige pentekeningen en gravures het Brussel van zijn dagen vast.

800px-Lakensepoort-vitzthumb-boens-burggraaff-1808

De Lakensepoort in Brussel in 1808, door Paul Vitzthumb

Het zou van gepaste piëteit getuigen indien enkele fanfares of harmonieën van het oude hertogdom de marsen van VItzthumb opnieuw in hun repertoire zouden opnemen. En niets belet de Henegouwers, in het spoor van hun voorvaderen, het zelfde te doen. De kans dat ze er evenveel problemen mee krijgen als in 1796, is beperkt.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s