Wie in Wenen een bezoek bracht aan de Kapucijnencrypte, waar de overledenen uit het Huis Habsburg rusten, is zeker het beeld opgevallen dat Hans Mauer in 1935 maakte van de in 2003 zalig verklaarde pater Marcus van Aviano. In de wereld heette die Carlo Domenico Cristofori, maar zoals het bij de Kapucijnen gebruikelijk is, nam hij bij zijn inkleding niet alleen een kloosternaam aan, maar vervolledigde hij die met de naam van zijn geboortedorp in de buurt van Pordenone.
Vanop enige afstand bekeken is het kenmerkend voor de H. Paus Johannes Paulus II, dat net hij Marco d’Aviano zalig heeft verklaard. Als het erom ging de tijdsgeest een neus te zetten, was de H. Johannes Paulus onnavolgbaar. En die tijdsgeest had en heeft het niet zo begrepen op pater Marco. Ofwel probeert men hem de uitvinding van de cappuccino in de schoenen te schuiven, en hem van het religieuze naar het folkloristische register te verbannen. Ofwel wordt hij verwenst om zijn geschiktheid om in reactionaire kringen gevierd te worden. Was het toeval dat net de veldprediker van de christelijke legers bij de Turkse belegering van Wenen in 1683 werd zaligverklaard? Was het toeval dat zijn standbeeld tot stand kwam onder de vermaledijde regering van kanselier Engelbert Dollfuss, beter bekend als de autoritaire standenstaat in Oostenrijk? Kort na de zaligverklaring verscheen in Oostenrijk een klassiek-progressief complotboekje, waarin dit religieuze evenement werd gesitueerd in een grote roomse samenzwering om Turkije uit de Europese Unie te houden, en een christelijk Europa op poten te zetten.
Tja, veel hadden de auteurs er alvast niet van begrepen. Zelfs de meest scherpzinnige politieke inzichten leiden niet tot een zaligverklaring, en wie de geschiedenis ook maar een beetje kent, weet dat de strijd van het Huis Habsburg tegen de Sublieme Porte nooit aanleiding heeft gegeven tot vulgaire gevoelens van moslimhaat. Net de Dubbelmonarchie was het eerste land in Europa dat de islam een officieel statuut gaf, na de toevoeging van Bosnië en Herzegovina aan het Rijk. Dat was wel even later, maar botste niet met de Oostenrijkse traditie ten aanzien van de islam. Bij gelegenheid verdient dat nog een stukje, maar zoals gezegd gaat het daar niet over.
Waarom werd pater Marcus dan zalig verklaard? Om zijn wonderbaarlijke genezingen naar het lichaam, maar vooral om zijn ijver voor de zielen. Bij leven verschenen van hem portretprenten, die hem afbeelden als vrome zielentrooster, zoals het beeld hieronder.
Ongetwijfeld is de blik van de aandachtige lezer gevallen op de woorden “is gecomen binnen Antwerpen” in de legende bij de prent. Marco d’Aviano in de Nederlanden? Heel zeker, en wel in 1681, twee jaar voor het tweede beleg van Wenen. Over dat bezoek schreef de Gentse kanunnik Johan Carl Vrints van Trouwenfeldt een “Oprecht historisch ende kort verhael”, verschenen in 1684. Het biedt ons de mogelijkheid de banden van deze franciscaanse zalige met onze gewesten in herinnering te roepen.
Pater Marco bezocht onze streken op uitnodiging van de prinses van Vaudémont, echtgenote van de gewettigde zoon van hertog Karel IV van Lotharingen. Diens neef en opvolger Karel V zou trouwens een van de bevelhebbers van de christelijke legers bij Wenen zijn.
Vooraleer de prinses in Brussel te ontmoeten, bezocht pater Marcus Bergen, waarbij hij grootbaljuw Karel Eugenius van Arenberg op zijn sterfbed troostte. Na een kort oponthoud in het kapucijnenklooster van Edingen, waar overigens de familiecrypte van de Arenbergs gelegen is, kwam hij op 16 juni 1681 aan in Brussel. Hij predikte er in de Sint-Goedelekerk, waarna dertigduizend gelovigen de H. Communie ontvingen. In Antwerpen ontving een vergelijkbaar aantal mensen zijn zegen, maar het hoogtepunt van zijn reis was ongetwijfeld Gent, waar hij op vraag van de bisschop en de Staten van Vlaanderen een bezoek bracht. Op de Vrijdagmarkt predikte hij in het Italiaans, bijgestaan door tolken, waarna hij met de aanwezigen een zelf geschreven akte van berouw bad. Niet minder dan tachtigduizend mensen kwamen om hem van heinde en verre, en met name uit Zeeland, naar Gent. Het Gentse stadsmuseum bewaart een schilderij waarop zijn prediking op de Vrijdagmarkt is vereeuwigd.
Ook andere steden, als Mechelen, Aalst, Lokeren, Dendermonde, Brugge, Leuven, Namen, Luik, en Roermond ontvingen zijn bezoek. In die laatste stad was hij te gast bij gouverneur Johan-Frans van Nassau-Siegen.
Zijn bezoek aan de Nederlanden duurde minder dan een maand, maar maakte grote indruk. Niet minder dan zeven kunstenaars maakten een gravure met zijn beeltenis, en meer dan één stad zou later beweren het bezoek van pater Marco gekregen te hebben, ook al was dat niet zo. Wat er ook van zij, overal nam de biechtpraktijk toe na het bezoek van de prediker.
Marco d’Aviano heeft lang moeten wachten op zijn zaligverklaring, wat allicht verklaart dat zijn naam ook wat verbleekt is in onze streken. Daar is nu echter geen reden voor. Wie neemt de taak op zich om zijn devotie ook hier te bevorderen?