Het Oriamendi-lied, dat aanvangt met deze drievoudige verklaring van trouw, hoeft zijn adelbrieven als officieuze hymne van het Spaanse carlisme niet meer voor te leggen. Toch vind je in de hele Lage Landen amper iemand die ooit van het lied heeft gehoord. Dat was ooit anders. Kort na de val van Rome in 1870 namen een handvol voormalige Pauselijke zouaven uit Nederland dienst in het leger van Don Carlos – of preciezer, van Koning Carlos VII van Spanje, in de legitieme lijn. Ze dienden voornamelijk op het Catalaanse front tijdens de Derde Carlistische Oorlog, die duurde van 1872 tot 1876.

De meest bekende vertegenwoordiger van deze ridderschaar was de Ravensteiner Ignace Wils, die in 1874 sneuvelde bij de inname van het stadje Igualada, zestig kilometer westelijk van Barcelona. Hij voerde het bevel over het Bataljon der Carlistische zouaven, dat was opgebouwd rond veteranen van de Pauselijke zouaven en beoogde een militair én moreel elitecorps te zijn in de carlistische legers. Na Wils’ dood nam zijn broer Auguste het bevel over, en heel even was er zelfs sprake van om een afzonderlijke Nederlandse compagnie binnen het bataljon op te richten. Uiteindelijk bleek de rekrutering in Nederland toch onvoldoende te zijn om die stap te verantwoorden.

799px-kolonel_wilsstraat_6_ravenstein_schuin_links

Het geboortehuis van de gebroeders Wils aan de Kolonel Wilsstraat in Ravenstein

Dat Pauselijke zouaven in het leger van Don Carlos zouden verzeilen, mag eigenlijk niet verbazen. Beide militaire campagnes pasten in een ruimer kader, waarin Europese vrijwilligers de stem van geloof en geweten volgden om dienst te nemen voor de verdediging van Kerk en Kroon – of om ze te bestrijden. De Spaanse carlistische generaal Borjes werd door Piëmontese bersaglieri standrechtelijk geëxecuteerd toen hij werd gevangen aan het hoofd van Bourbon-getrouwe Napolitaanse troepen, een lot dat ook de Naamse markies Alfred de Trazegnies te beurt viel.

Specifiek voor Ignace Wils speelde dan nog de familiale traditie: we lazen al dat zijn broer het zelfde spoor langs Rome en Spanje volgde. Zijn vader was in 1830 vrijwilliger geweest om de revolutie in de Zuidelijke Nederlanden te bestrijden, en zijn moeder stamde af van een Franse familie die zich sterk identificeerde met de legitimiteit van het huis Bourbon. Was Carlos VII van Spanje in de Franse legitieme troonopvolging niet le Roi très Chrétien Charles XI?

Over Wils verscheen in 1930 een biografie onder de titel “Uit de zouaventijd”. Ze ademt de tijdsgeest, en niet altijd ten goede. Zo veroorlooft de biograaf zich de bedenking dat “de carlistenkwestie in onze dagen niet meer bestaat”. Vierendertig jaar later, bij het huwelijk van Carlos Hugo de Borbon en Irene der Nederlanden wist de Nederlandse publieke opinie beter, en ook vandaag vindt in Den Haag topoverleg van het carlisme plaats, met Carlos de Bourbon de Parme- of preciezer Koning Carlos Javier I van Spanje, in de legitieme lijn.

De Spanjaarden hadden niet zo veel tijd nodig om in te zien dat Wils’ naamgenoot en biograaf niet helemaal mee was. Al in 1936 bleek dat niet minder dan zestigduizend Spanjaarden dienst hadden genomen in de Carlistische vrijwilligerseenheden, de Requete, om de kerkvervolgende en bloeddorstige Spaanse tweede republiek te bestrijden. De bekendste van die eenheden was ongetwijfeld de “Tercio de Montserrat”, samengesteld uit vrijwilligers uit Catalonië. Of ook Nederlandse geestesgenoten van Wils toen dienst hebben genomen, is niet bekend.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s