Heel stevig zijn de aanspraken van de Naundorffs op de Franse troon nooit geweest, en sinds 1998 heeft zelfs de wetenschap, dat orakel van onze tijden, een probleem met hun pretensiën. De Leuvense hoogleraar Cassiman toonde toen aan dat zij geen Bourbonbloed hebben, hoewel zij beweren af te stammen van de Dauphin Lodewijk, die dan niet in gevangenschap zou zijn overleden in 1795, op tienjarige leeftijd en na een de iure koningschap van amper anderhalf jaar, zoals algemeen wordt aangenomen.

Overigens moet men de slechte smaak van een Jacques Prévert hebben om de draak te steken met het respect van de Franse monarchie met dit onfortuinlijke kind, als men de overgang van het de facto koningschap van Lodewijk XVI op Lodewijk XVIII toeschrijft aan onvermogen met getallen om te gaan. Doch dit geheel ter zijde.

Karl Wilhelm Naundorff overleed in 1845 in Delft, en zijn afstammelingen bleven nauw verbonden met de Nederlanden. Naundorffs zoon, Karel X in de survivantistische lijn, werd hoofd van het pyrotechnisch atelier van het Nederlandse leger in de Prinsenstad. Een kleinzoon, Hendrik VI in de zogenaamde Adalberthische sublijn (ik bespaar u de details), vestigde zich in 1910 in Hasselt, in het kasteel Henegauw aan de Luikersteenweg. In 1914 verlieten hij en zijn gezin het kasteel voor de Duitse invasie. Die vlucht maakte een diepe indruk op zijn zoon Louis, die in de Nederlandse letteren bekend staat als de wat ongelijke dichter Louis de Bourbon, maar in de survivantistische lijn als Louis-Adelberth I.

Louis de Bourbon was een eerlijk man, die zijn leven lang worstelde met de onzekerheid over zijn afstamming. Met de middelen die in zijn tijd ter beschikking stonden, had hij de intieme overtuiging inderdaad een afstammeling van de Dauphin te zijn, maar hij verklaarde zich meermaals bereid zijn naam af te leggen indien hij met overtuigend tegenbewijs werd geconfronteerd. Het is een van de sympathiekere kanten van het survivantisme, samen met de inspanningen die sommige survivantisten na het overlijden van Henri V van de legitieme lijn hebben geleverd om het Franse monarchisme te behoeden voor het viscerale opportunisme van de lijn Orléans. Waaruit nogmaals blijkt dat een aanspraak niet gegrond hoeft te zijn om waardevol te blijken.

Terug echter naar de Nederlandse letteren.

In 1951 keerde Louis de Bourbon terug naar Hasselt, de stad van zijn jeugd, naar ik vermoed op uitnodiging van Louis Roppe, toen pas aangesteld tot gouverneur van de provincie Limburg en een fijn amateur van de kunsten en de Nederlanden. Hij was geschokt door het verval van het kasteel, en dichtte:

“En ik ging, vergrijsd, weerom naar het kasteel der dromen,

Maar vond het bos verwoest, de bloemenhof vergaan,

De dag was grauw, de regen viel bij stromen.

 

De muur, zo smetloos eerst, tot somber grauw verschoten,

Het gazon verdord, vermolmd de bomen van de laan,

O jeugd’s kasteel, o droom, uw luiken zijn gesloten.”

Het ergste moest nog komen. Op 2 november 1974 verwoestte een brand het grootste deel van het gebouw. Voor het herbouwen ontbraken aanvankelijk de middelen, en vervolgens rees een groter probleem: nieuwe regels inzake stedenbouw maakten het de restauratie onmogelijk. Enkel verder verval bleek conform met het gebruik dat Vlaanderen maakte van zijn prille bevoegdheden inzake stedenbouw.

 

naamloos

 

Louis de Bourbon zou ongetwijfeld aan zijn vader hebben gedacht, over wie hij dichtte:

“Hij was er zeker van

Rechtvaardigheid gebiedt dat tronen,

Straffeloos ontnomen,

Herrijzen zullen in hun heerlijkheid.”

De zoon deelde ter zake niet de zekerheden van de vader.

En zie, vandaag kan wie langs de Luikersteenweg richting Tongeren rijdt aan zijn linkerhand Henegauw in nieuwe glorie zien staan, met dank aan een private eigenaar en bouwheer. Niet een troon is herrezen, want daarvan weten we dat hij niet aan de Naundorffs werd ontnomen, maar wel een huis herrijst in heerlijkheid. Net zoals het blijvende herstel van een stabiele samenleving niet verwacht moet worden van donderende verklaringen of onverwachte heldendaden, maar wel van een daadwerkelijk beleefd geloof in zinvolle praktijken. Het illustreert in het klein de wijsheid van Joseph de Maistre die ons eraan herinnerde dat de contrarevolutie geen “révolution en sens contraire” maar “le contraire de la révolution” is.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s