Het was mijn voornemen te zwijgen over Catalonië na het stukje dat ik er hier over schreef. De hardnekkigheid waarmee zowat elke tendens binnen de Vlaamse Beweging er werk van maakt zich radicaal af te zetten van het beleid van Madrid ter zake vraagt echter om een pedagogische herhaling. En daar beginnen we mee: de alliantie van de Vlaamse Beweging met separatistische stromingen van minderheden overal ter wereld is principieel discutabel, en strategisch nefast.

Als het over internationale politiek gaat, heeft de Vlaamse Beweging een erfenis van strategische dwaasheden. De collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog is daarvan de meest bekende.

Op het eerste gezicht gaat het toen en nu om volstrekt tegengestelde keuzes. Toen de alliantie met de nationaalsocialistische geweldstaat, nu de vriendschap met het arme kleine Catalonië. Wie de feiten in een context ziet, moet echter vaststellen dat de psychologische gelijkenis groter is dan men zou denken.

Het Duitsland dat in 1940 tot veler verbazing als overwinnaar uit de Blitzkrieg kwam, was immers niet het economisch, militair en intellectueel dominante keizerrijk uit de Gründerzeit. Het was het land dat twee decennia voordien vernederd was in Versailles en dat tien jaar voordien door de zwaarste economische crisis ooit was gegaan. Het was de David onder de naties, die de Franse en Britse Goliaths uitdaagde – al was dat beeld om vanzelfsprekende redenen niet zo populair in het Berlijn van de Böhmische Gefreiter, de Boheemse korporaal, zoals president Hindenburg, die vertegenwoordiger van de oude elites, Hitler neerbuigend placht aan te duiden.

Ook Vlaanderen zag zichzelf toen (en voor een groot deel ook nu) als een David onder de naties, een underdog die de kaarten zou willen schudden om een betere positie te verwerven maar daar zelf niet de middelen voor heeft. Dat was en is het Vlaanderen van de Frontbeweging, dat rechten wil ontlenen aan de onrechtvaardige behandeling die het in de loopgraven en elders heeft ondergaan. De geschiedenis als compensatie van geleden onrecht met andere woorden.

Dat is een heel ander Vlaanderen dan het Vlaanderen dat Hugo Verriest groot wilde zien worden. Dat land was immers eertijds al groot geweest. Verriests Vlaamse Beweging, en het gros van de Vlaamse Beweging van voor 1914, wenste geen compensatie voor geleden onrecht, maar herstel van oude prominentie.

Het is dan ook geen toeval dat de eerste golf van de Vlaamse Beweging zonder al te veel moeite allianties kon sluiten met delen van de plaatselijke en regionale elites, en wars was van revolutionair pathos. De erfenis van de Fronters heeft dat pathos met karrevrachten binnengebracht in het bewegingsdiscours, en Jozef Simons Eer Vlaanderen vergaat was allicht de laatste echo van de poging om Vlaanderen niet los te snijden van de eigen elites.

Verderdenken voor Vlaanderen betekent vandaag bijgevolg in de eerste plaats afstand nemen van een discours van afgunst of frustratie, en nagaan hoe een regio zich binnenlands naar eigen aard en traditie vorm kan geven. Eenvoudig is deze oefening niet, omdat zij een hoge graad van heroriëntering impliceert, en uiteindelijk iets zelfdestructiefs heeft, in de mate de Vlaamse Beweging van vandaag op een aantal punten een positie heeft ingenomen die dichter staat bij door België gemedieerde Franse tradities dan bij de eigen tradities van de Lage Landen.

Internationaal dient dan weer nagegaan hoe Vlaanderen verstandige allianties kan smeden. Daarbij blijft de aloude wijsheid van de Britse diplomatie, dat een land geen vrienden, maar enkel bondgenoten heeft, een zinvolle leidraad.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s