De kerken waar op de avond van Allerheiligen het orgelspel overgaat van majeur naar mineur, om het onderscheid tussen het glorierijke feest van Allerheiligen en het droeve feest van Allerzielen te verduidelijken, zijn een zeldzaamheid geworden. Voor de meeste mensen valt Allerzielen eigenlijk op 1 november, ook al heet die dag Allerheiligen. Ook goed.

Wie recent een of meer dierbaren verloor, en toch ernstig wil omgaan met de kerkelijke opvattingen over het Eeuwige Leven, voelt zich wel eens onbehaaglijk bij de diepe overtuiging van vele gelovigen dat we elkaar in het hiernamaals zullen weerzien. Het is een troostende gedachte, maar ze vertoont een spanning met het overgeleverde beeld van de Hemel als een oord van altijddurende contemplatie van God.

Enkele maanden geleden, na het overlijden van een familielid, viel me een beeld te binnen waarin elk van deze visies op de Overkant tot haar recht komt – een oer-katholieke vorm van complexio oppositorum dus.

Vergelijk het met een operavoorstelling die je bijwoont in het gezelschap van een geliefde. Muziek en verhaal worden opgebouwd tot een spanningshoogtepunt, en al je aandacht is op het podium gevestigd. Elk zintuig gaat mee in de aandacht voor wat daar gebeurt – en toch weet je in dierbaar gezelschap te zijn, zonder te kijken, zonder te horen, zonder te voelen.

Het is een metafoor, die niet de minste ambitie heeft theologisch gezag te verdienen. Ze combineert echter troost en trouw, wat een bescheiden, maar werkelijke verdienste is.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s