Vorige week droegen we Leijn ten grave. Bij zijn doopsel had hij de naam Linus meegekregen, maar hij liet zich steevast aanspreken met de Zeeuwse variant van zijn naam, ook toen hij zijn geboortestreek had ingeruild voor de Veluwe, en later voor Normandië.
In elk van die drie streken had hij de goede strijd gestreden. Niet door grote gebaren, maar door aanhoudende inzet voor initiatieven en instellingen die het moeilijk hadden en niet populair waren bij de aanhangers van de tijdsgeest. Dat deed hij op zijn Zeeuws: koppig, zonder stug te zijn.
De jonge priester die de requiemmis opdroeg had hem pas onlangs leren kennen, maar vond met verbazende trefzekerheid de woorden die duidelijk maakten hoe de relatie was tussen Leijn en zijn Heer.
En toch. In zijn slotzin omschreef de priesters Leijns inzet als een “op de barricaden staan”. Mij stoorde die uitdrukking. Ik associeerde ze spontaan met onrust en muiterij, zaken waaraan Leijn net een bloedhekel had. Had u het mij gevraagd, zou ik gezegd hebben dat Leijn op de dijken had gestaan – klaar om elke dreigende bres te dichten. Misschien een meer Nederlandse instelling?

Een Parijse dijk
De kwestie van de woordkeuze heeft me nog een hele tijd beziggehouden. Net lang genoeg om me te doen beseffen dat ik allicht ongelijk had. De Franse geschiedenis kent immers twee “journées des barricades”, dagen waarop in Parijs barricades werden opgeworpen tegen de vorstelijke macht. Tweemaal gebeurde dat met recht en reden. In 1588 werden de barricades opgeworpen op commando van de Raad van Zestien, een groep katholieke burgers die de invloed van de hugenoten aan het hof met lede ogen zagen groeien. En de barricades van 1648 werden opgeworpen ter verdediging van de traditionele instellingen, als reactie op het centralisme van kardinaal Mazarin. Het was een stuiptrekking van de traditionele monarchie tegen het groeiende absolutisme. Was het toeval dat in het Algiers van 1960 sprake was van een “semaine des barricades”?
Vanuit Frans perspectief is de barricade dus gestolen door de revolutionairen van 1830 en 1848, ondanks haar eerbare herkomst. Voor Nederlanders echter blijft zij een exotisch fenomeen. Leijn zou toch de dijk verkozen hebben.