In Caracas heeft Nicolas Maduro last van de warmte. Dat is niet de eerste keer, dat overkomt de man vaker wel dan niet. Ik ben me zelfs gaan afvragen of de familie van de échte Maduro, de in Dachau vermoorde officier en verzetsman George, geen vordering zou kunnen instellen om de nar uit Venezuela te verbieden die naam nog langer te voeren en te besmeuren. Maar allicht is het antwoord ontkennend.

De roeptoeter uit Caracas krijgt u hier niet te zien, wij verkiezen de echte Maduro!
De meest recente dwaasheid die hij wist te bedenken, kreeg de bevestiging van 95% van de deelnemers aan een referendum – niet bepaald een geruststellende gedachte. Volgens de Vox Rindvieh dient de westelijke helft van Guyana, ook bekend als Essequibo, bij Venezuela gevoegd te worden. Maduro acht de eerder gesloten grensverdragen nietig en beroept zich daartoe impliciet – o ironie – op de Monroedoctrine van de Grote Broer uit Washington. De verdragen werden immers gesloten tussen het Britse Rijk en Venezuela, en vermits Europeanen niets te zoeken hebben in Amerika, hoeft niemand daar rekening mee te houden. Het is dan ook algemeen bekend dat de machthebbers in Washington directe afstammelingen zijn van de oorspronkelijke bevolking van Noord-Amerika. En als Maduro wat aandachtiger zou zijn geweest tijdens zijn geschiedenisles, had geweten dat de onafhankelijkheidsverklaring van zijn land werd doorgeduwd tegen de zin van de oorspronkelijke bewoners, die vrijkorpsen vormden ter ondersteuning van de Spaanse kroon. Maar dat is voor een andere keer.
Intussen heeft het Verenigd Koninkrijk het patrouillevaartuig Trent naar de kunsten van Guyana gestuurd. Hopelijk wordt het snel gevolgd door een Nederlands marineschip.
Waarom, zal u vragen? Omdat Essequibo een van de parels aan de kroon van de Nederlandse aanwezigheid in de West was, en met Berbice, Cayenne, Pomeroon, Demerary en Suriname samen Nederlands Guyana vormde. Een land waarin de historische monumenten “Zeelandia” en “Kyk-over-al” heten, heeft weinig te maken met het Commonwealth, maar alles met de Lage Landen overzee.

Fort Zeelandia in de Essequiborivier
Dat blijkt trouwens op een even verrassende als mooie wijze uit een recente blog, waarin wordt aangetoond dat Essequibo noch tot de Spaanse, noch tot de Engelse culturele ruimte behoort, maar dat de creooltalen die er gesproken worden vooral invloed van het Nederlands hebben ondergaan (https://www.lingoblog.dk/en/can-we-linguists-prevent-a-war-how-can-linguistic-research-establish-whether-venezuela-could-have-some-kind-of-right-to-claim-parts-of-guyana/ ). Alleen: op de onvermoeibare Frederik Oudschans Dentz na, heeft amper iemand in de Lage Landen ooit interesse betoond voor dat deel van onze overzeese erfenis.
En dat is jammer, want de Nederlandse erfenis in Essequibo biedt een mooi tegenvoorbeeld voor de roeptoeter uit Caracas. Dertig jaar lang bestuurder Laurens Storm van ’s Gravesande Essequibo en Demerary. Vandaag geldt hij als de grootste Guyanees uit de oudere geschiedenis (https://www.stabroeknews.com/2009/06/14/features/laurens-storm-van-%e2%80%99s-gravesande-guyana%e2%80%99s-greatest-governor/ ). Hij verdedigde de buitengrenzen en trad streng op tegen wangedrag van plantage-eigenaars tegen hun ondergeschikten of tegen de inlandse bevolking. Hij bevorderde het wetenschappelijk onderzoek. Kortom, hij deed alles wat Maduro niet doet. Laat ons vanuit de Lage Landen die traditie verdedigen. Daartoe is het een noodzakelijke eerste stap om ze te kennen. Op dat vlak is er duidelijk ruimte voor verbetering.